Gedicht door Melanie Asselmans
Bronzen beeld
bronzig boegbeeld
bronstig boegeroep van
beeldende man die mij naroept en zegt dat ik hem opmerk-
zaamheid geven moet. Dat is de straatetiquette, houd je aan de
straatetiquette, heeft je moeder je dat niet geleerd. Kijk naar mij,
paradeert hij, acht mij hemelhoog, je te vois donc tu es
etaleert hij in zijn nauwgezette monoloog en dan ontaardt hij
Onbeleefde hoer
te ver gedreven feministisch discours
oproer tout
court schreeuwt hij. Ik heb geen korte lont, ik ben geen vuile hond,
ik heb straatetiquette. Hij houdt zich aan de straatetiquette en ik zit
in een keurslijf, ik zit in een gekeurd lijf, ik houd mijn sleutels
tussen de vingers, dat heeft mijn moeder mij geleerd
Broze boosheid
boze broosheid
bijna barst de bronstige stier
wat doet een koe als gij hier op dit uur, raast hij, graast hij langs
de netheid van de Brusselse straten en ik trek noch de netheid van
de straten in vraag noch die van de man.
Ik trek noch de netheid van de straten in vraag noch die van de man.
Niet alle niet alle niet alle, hoor ik, pas tous, tout court, te kort door
de bocht, ik heb straatetiquette, kom zet u gij wonderschone Venus
en ik toon u mijn ..…. klasse
Ik zwijg
ik stop niet
ik stap door, stop niet
ik heb geen etiquette
mijn taal is niet klaar zoals de zijne en ik wou dat de bocht korter
was. Ik wou dat de bocht korter was, de straat verlicht,
en mijn voeten 10 stappen voor op mijn zicht coucou
mijn voeten 10 stappen voor op mijn zicht tu vas où
en het zicht van de man niet op mijn lichaam gericht pourquoi tu ne dis pas bonjour
en de voeten van de man strompelend, de weg minder kronkelend, de angst minder overrompelend en die belachelijke etiquette, die godverdomse straatetiquette verdwijnend, de man de stier de hond wegkwijnend
en ik alleen gerust overblijvend, ik gerust, ik ’s nachts gerust
Ik zwijg
ik stop niet
ik stap door, stop niet
ik heb geen etiquette
Ik heb geen straatetiquette, ik heb geen taal, ik ben enkel bang
van het bronzen beeld, het bronzige boegbeeld, het bronstige boe-
geroep van de beeldende man.