top of page

Ik wens mezelf een ontmanteling van giftige mannelijkheid; ook in mezelf

door Jana Antonissen


“Mocht jij een man zijn”, zei mijn geliefde, “was je echt een rotvent.” We stonden samen aan het fornuis. Ons gesprek ging over voormalige bedpartners. Ik had enkele smakelijke anekdotes opgedist over nutteloze micropenissen en ergerlijk lage libido’s. Waarop hij kalm vroeg: die manonvriendelijke mopjes, vind je dat constructief?

Toen wij elkaar voor het eerst zonder kleren zagen, had ik mij verwonderd over zijn behaarde bovenlichaam. Misschien komen die afgelijnde buikspieren toch meer tot hun recht zonder al dat haar, opperde ik niet veel later.

Zich inlezend over het fenomeen “manscaping”, een contractie van man en landscaping, stootte hij op het YouTube-kanaal van ene Alpha M. Naast een expert in full body grooming – buik, borst, rug, armen, benen én bilnaad – bleek de man ook bedreven in het maken van video’s over vrouwen, en hoe ermee om te gaan. “Knappe vrouwen zijn lui en meestal ook saai, een minder aantrekkelijke doet harder haar best.” Misschien toch maar niet overdrijven met dat groomen, besloten we.


“Mocht jij een man zijn”, zei mijn geliefde, “was je echt een rotvent.”

In Scandinavië, waar hij vandaan komt, kijkt niemand vreemd op als een vrouw haar lichaamshaar laat staan. Hier, in continentaal Europa, is het normaal dat veertienjarige meisjes zich overal scheren. Maar mijn opmerking was, net zoals mijn mopjes, meer dan een cultuurverschil; het was papegaaiengedrag. Zo hoorde ik doorheen de jaren dat mijn stoppelige benen even onaangenaam waren als schuurpapier, en dat ik lekkerder ben zonder schaamhaar. Onbewust had ik besloten: als ik aan al deze vereisten moet voldoen, dan ook mijn partner.

Het kopiëren van giftig mannelijk gedrag wordt wel vaker als emanciperend verkocht. Op TikTok waarschuwen jonge meisjes voor fuckboys; jongens die enkel seks willen, maar daar meestal niet transparant over zijn. Hun advies? Word zelf een fuckboy. “Gedrag waar ik me ook al aan bezondigde”, vertelt een vriendin. “Ik ging ervan uit dat mannelijke Tindermatches het sowieso geen probleem vonden als ik enkel seks wilde. De gedachte dat hij zich misschien gebruikt kon voelen, kwam pas later.”

Een andere kopiestrategie is misandrie, als antwoord op misogynie. Zo veroorzaakte Pauline Harmange afgelopen zomer veel ophef met haar essay Moi, les hommes je les détèste. Daarin eist ze het recht op om “niet te moeten houden van mannen als groep, maar uitzonderingen te maken voor bepaalde mannen.”


“Als een man niet van vrouwen houdt, is dat een pose. Maar een vrouw die niet van mannen houdt, is pathologisch.”

Ook Virginie Despentes staat te boek als mannenhaatster. Ze brak door met Baise-Moi, een verfilmde roman waarin vrouwen zich na hun verkrachting gruwelijk wreken op mannen. Hoewel de schrijfster er enkel van houdt “mannen te behandelen zoals zij ons eeuwenlang behandeld hebben”, wordt ze regelmatig vulgair genoemd. Een schrijver als Michel Houellebecq daarentegen, met zijn ultra misogyne personages, wordt gevierd als kampioen van het kankerproza. Zoals Despentes zelf schrijft in haar manifesto King Kong Theorie: “Als een man niet van vrouwen houdt, is dat een pose. Maar een vrouw die niet van mannen houdt, is pathologisch.”

Zelf vind ik haat een vermoeiende emotie, eentje waar ik me liever niet aan waag. Aan de man die me straks zal sturen dat ik een kinderloze feministe ben die haar klep moet houden: nee, zelfs u haat ik niet.

Maar voor de komende Vrouwendag wens ik mij wel een ontmanteling van al die giftige mannelijkheid; ja, ook die in mezelf.

bottom of page